Hoe ik na 15 jaar trouwe dienst als freelancer voor het regionale AD met pijn in het hart toch mijn eigen glazen ingooide.
De regiojournalistiek was altijd mijn belangrijkste doel als journalist. Ik heb zelfs mijn eindscriptie geschreven over regionale en lokale omroepen en waarom die zo belangrijk zijn als waakhonden van de lokale democratie en voor de pluriformiteit. Toen ik op mijn 32e terug de schoolbanken indook om journalist te worden, was dat met het doel om uiteindelijk bij een regionale omroep terecht te komen. Uiteindelijk is dat dus de regionale krant geworden.
Ik ben van juni 2007 tot vorige week freelancer bij het AD Rotterdams Dagblad geweest en heb er veel hoogte en dieptepunten meegemaakt. De krant ging regelmatig over naar een nieuwe eigenaar en steeds veranderden de mores. Omdat er nooit een handboek voor freelancers was (of ik kreeg het niet, al heb ik er meerdere keren om gevraagd), was het voor mij altijd een worsteling om te voldoen aan de steeds veranderende eisen die aan me werden gesteld. Vaak heb ik mijn stukken herschreven, of zag ik dat die zonder overleg door een hardvochtige eindredacteur waren herschreven.
Poen
De betaling voor regiofreelancers was om te janken, ondanks eerdere rechtszaken van collega’s om die beter te krijgen. Waarom ik het bleef doen? Voor de P van Poen hoefde het niet.
Ook de P van Pret verdween steeds vaker. Ik mocht eens een filmpje maken van een jongetje dat met een grijpstok vuil raapt in zijn dorp. Ik was, naast het gewone interview en uitwerken, nog eens drie uur extra kwijt met filmen en monteren. Ik was trots op het resultaat. Het filmpje werd niet geplaatst. Het zou niet passen in het format. Alleen had ik nooit iets gehoord of gemerkt van een format. Ik wilde toen al weg maar mijn contactpersoon bij de krant wist te regelen dat het stukje passend werd gemaakt en alsnog meeging. Het passend maken gebeurde liefdeloos, met slordig knippen en plakken. Quotes raakten misvormd en verdwenen deels achter een muziekje. Daarom heb ik mijn eigen filmpje uiteindelijk op YouTube gezet. Om te laten zien dat ik beter kan.
Zo gebeurden er meer dingen die me niet lekker zaten. Alleen de P van Prestige, je schrijft toch voor een belangrijke krant, hielden me nog daar. Ik voelde me steeds meer als de maƮtresse van een getrouwde man. Je weet dat je voor hem niet zo belangrijk bent als hij voor jou, en je weet dat de situatie nooit beter wordt. Toch blijf je, tegen beter weten in, hopen. Soms gaat het even goed. Maar altijd is er dan weer een tegenvaller die je hart laat breken.
Vechthond
Mijn laatste artikel was een verhaal over een vrouw wiens hondje is doodgebeten door een Amerikaanse Stafford. Het is tot een rechtszaak gekomen en de hond moet voortaan gemuilkorfd over straat. Toch zijn de buren nog bang voor herhaling. Ik sprak de treurende eigenaresse van het hondje, twee buurvrouwen en uiteindelijk zelfs de eigenaresse van de vechthond. Het artikel mocht 3500 tekens, inclusief spaties, zijn. Het inkorten van het stuk kostte nog meer tijd dan het uitwerken ervan. Ik leverde het in en kreeg een appje dat de chef er graag nog een reactie van de wijkagent en van de rechtbank bij wilde. Toen appte ik terug dat ik op dat moment, met deze betaling, al voor ongeveer een tientje per uur had gewerkt. Nog meer tijd besteden zou betekenen dat ik minder ging verdienen dan de krantenbezorger.
Diezelfde reactie plaatste ik, zonder namen te noemen, op een Facebookforum voor freelance journalisten. Een besloten forum. Alleen voor freelancers. Waar freelancers hun gal kunnen spuwen over opdrachtgevers, zonder bang te hoeven zijn dat het lekt naar buiten de groep. Binnen een paar uur werd ik gebeld door mijn contactpersoon. Hij was heel erg teleurgesteld dat ik het op Facebook had gezet. Het bleek een toch niet zo besloten forum. Mijn contactpersoon bracht het of ik de bad guy was, dat ik zo’n negatief verhaal over de krant plaatste.
Toxic.
Ik zou me bijna schuldig voelen. Maar het deed me niets meer. Ik was niet meer dat vrouwtje dat, in haar mooie lingerie, elke avond met de kaarsjes aan zat te hopen dat hij vanavond tijd voor haar zou hebben. Ik werk nog liever als krantenbezorger dan dat ik tegen de klippen op blijf hopen op verbetering.
Op datzelfde forum op Facebook plaatste ik de update dat ik bij deze mijn eigen glazen ingooide. Vaarwel AD. Ik hoefde het niet aan de redactie te laten weten. Die hebben dat vast al op Facebook gelezen.
Het verhaal staat voortaan op Facebook. Want in de krant is het niet meer gekomen. Wel heeft een aardige chef gezorgd dat ik er toch voor betaald heb gekregen. Inclusief een mooie bos bloemen.