Trouwambtenaar, kaakslag, monster. Over hoe ik weer een tevreden tekstschrijver werd na mijn mislukte poging om het onderwijs in te gaan.
De eerste offerte van 2021 en de eerste factuur zijn alweer verzonden. Het stemt me tevreden te zien dat het me steeds beter lukt de opdrachten te krijgen die me oprecht plezier geven.
Het knaagde al een tijd. Ik vond mijn werk niet meer leuk. Ik ging kijken naar ander werk. Communicatiemedewerker, eigenaar van een snoepwinkel, trouwambtenaar. Ik meldde me zelfs aan voor een traject als zij-instromer in het basisonderwijs.
Niet zo raar. Mijn moeder heeft veertig jaar in het onderwijs gewerkt en ik heb altijd de neiging dingen uit te leggen en wijsheden te verkondigen. Ik sta graag in de aandacht en ik kan over het algemeen goed met kinderen overweg. Ik kwam nog ver in het sollicitatietraject ook. Ik had er al twee gesprekken, twee stagedagen en een assessment opzitten, toen ik na het laatste intensieve gesprek ineens toch ging twijfelen. Eigenlijk wilde ik de journalistiek niet verlaten. Niet dat deel waar mijn hart ligt in ieder geval.
Wat ook meespeelde, is dat ik een paar weken overblijfmoeder was geweest op de school van mijn dochter, vlak voor de coronapandemie uitbrak. Ik vind haar klas superleuk. De kinderen zijn bijna allemaal fijn in de omgang. Dat was ook zo tijdens de overblijfuren. Leuke kinderen. Maar in andere groepen zaten enkele etters kinderen waar ik het niet zo goed mee kon vinden.
Kaakslag
Meteen mijn eerste dag gaf een groep vijf jochie een ander groep vijf jochie een kaakslag. Een echte, zoals je ziet in films waar hij eigenlijk te jong voor is. Een meisje deed altijd precies wat ze niet mocht doen, en deed niet wat wel de bedoeling was. In haar eentje nam ze 80% van alle aandacht in. Ook waren er wat problemen met een collega, die zich vaak ziek meldde en op een dag ineens helemaal niet kwam opdagen, waardoor ik in mijn eentje voor een groep van 32 kinderen stond.
Ik besefte twee dingen: ten eerste dat mijn dochter enorm boft met haar fijne klasgenoten en ten tweede dat ik niet goed ben met de monsters kinderen die in bijna elke klas zitten. Er wordt gezegd dat lastige kinderen niet bestaan. Een kind dat zich het meest misdraagt, heeft het meest een liefdevolle aanpak nodig. Nou, dat kan hij bij mij wel vergeten. Vaak genoeg ben ik tijdens de overblijf in de verleiding gekomen een loeder leerling uit te schelden met volwassen woorden. En dat was voor slechts een uurtje contact per dag.
Ik zei dus vaarwel tegen mijn onderwijsambities. Het voelde als een opluchting.
Maar wat nu?